De weg naar Leiden kan ik wel dromen en op zondag 31 mei reed ik bijna blind naar de koffiegelegenheid bij de Hortus Botanicus midden in Leiden en parkeerde mijn auto op het Rapenburg. Daar ontmoette ik IRL (in real life) Diana, Irene, Christa en Rob die ervaren bloggers zijn.
Diana die mij bemoedigde om te gaan bloggen, zij stelde mij voor aan de anderen: “Dit is Marjanne, zij blogt over wat haar fysiek bezig houdt” “a life blog” Tjee.. Voor zover we elkaar konden verstaan,
een enorme herrie van de koffiemachine overstemde vaak onze woorden. We wisselden tips en tricks uit. Na 1,5 uur op een namaak Jacob Jensen stoel te hebben gezeten was ik er wel klaar mee en nam afscheid. Ik had een leuke middag met hen die dezelfde hobby delen en weer onder de mensen zijn was fijn, even andere verhalen horen.
De één schrijft boeken, de ander over misstanden en onbegrip en een blogger pur sang en de fictie schrijver met cliff hangers. Hoe doe je wat en wel waarom, keuzes maken over wat je deelt met anderen en hoe belangrijk is het om gelezen te worden en reacties te krijgen?’ Veel om over na te denken. Leuk.
Terug naar huis
Mijn auto stond op de gehandicapten parkeerplaats naast het Academiegebouw en ik draaide nadat ik de achterkant van de auto achteruit de brug van het Rapenburg op. Het rechterraam had ik laten zakken vanwege de beslagen ramen en stond even stil …. om goed te kijken of ik niet per ongeluk een paaltje of brug of iemand zou aanrijden.
Daar zag ik .. ja, hij was het echt… *Erik. En hij zag mij en keek ook mij recht in mijn ogen en zei door het openraam “Hey Marjan… “. En we raakten aan de praat, natuurlijk!!
Wat een leuk weerzien was dat. ca. 10 jr. jl. toen we elkaar voor het laatst zagen en ik trots mijn kinderen aan hem voorstelde. Veertig jaar geleden woonde ik vier jaar in zijn huis. We deelden het zelfde huis, zijn huis, maar woonden niet samen.
Voordeur delers. Ik huurde zijn bovenetage en verhuisde ook met hem mee toen hij een café ging pachten.
Dat waren hele bijzondere jaren mag ik zeggen: Wat een avonturen heb ik in die jaren beleefd en ik klots nog na van de drank. Hij zag velen naar de klootte gaan aan de drank zei hij. De voor ons beide bekende namen hoorde ik en sommigen al overleden. Het waren namen uit een roemrucht verleden.
Ook vertelde hij waar en met wie hij nu samen woont en dat zijn vader is overleden, die ik ook persoonlijk kende. En dat hij pas zijn zestigste verjaardag heeft gevierd. “Oja, jij was altijd jarig op Koninginnedag” 30 april”. Gefeliciteerd!!
Zijn kinderen zijn in leeftijd de helft als die van mij: “ze zitten geplakt aan hun Ipad” wel “Leuke lieve jongens” en “Ja, de zaken gaan nog goed.” “ Ik ga elke avond even langs om mijn gezicht te laten zien, woon tenslotte om de hoek” zei hij of ik hem gisteren nog sprak.
Velen zullen zijn café (s) op het Rapenburg ooit wel hebben bezocht en er een biertje hebben gedronken.
Een leven van veertig jaar in een paar zinnen. Ik keek naar een vertrouwd gezicht en ogen. Fijn.
“Wat heb jij nou allemaal in je auto liggen?” vroeg hij, duidend op alle hulpmiddelen op de achterbank. “Waar werk jij nu?” Ik vertelde hem in grote stappen die ik fysiek niet meer kan maken over mijn FSHD spierziekte. “Deze hulpmiddelen liggen standaard in de auto”.
Ik vertelde hem, dat dit mijn eerste uitje was sinds ik de laatste maanden – ruim een half jaar – vanwege de diagnose darmkanker en na mijn verwijderde tumoren, weinig ergens meer was geweest.
Hij reageerde beduusd: “Jeetje en dan zeg jij, dat het goed met je gaat” “jij was vaak ziek, herinner ik me” maar ook “Je bent ook geen spat veranderd!” Mooie herinneringen kwamen voorbij.
Wat een jeugd heb ik gehad! Met veel muziek, plezier, humor, alcohol, werken en slapen en vriendschappen aan- en uitgaan. Alleen verantwoordelijk zijn voor mijn eigen handelen, best wel fijn. Echt groot gegroeid!
Verantwoordelijk voelen in mijn werk, dat moest ik echt goed doen en dat deed ik, in mijn eigen overtuiging goed. Mijn beoordelingen tegenwoordig functioneringsgesprekken genoemd, waren goed. Daar werd ik ook voor betaald en daarmee kon ik mijn huur betalen etc. Leven.
The seventies; collega’s en kroegvrienden hebben en verbazen over wat er allemaal mogelijk was. Het was een zorgeloze tijd als ik erop terugkijk. De zon leek altijd wel te schijnen.
*Mijn huisvriend, mijn vriend, maar nooit mijn vriendje of toch wel? Het is al zo lang geleden, veertig jaar! Het voelt niet als gisteren maar wel; ‘Blij dat ik erbij was’.
Ik gebruik niet zijn echte naam, maar de naam Erik van toentertijd die een gemeenschappelijke vriend was en al een paar jaar is overleden (RIP).
Natuurlijk ben ik veel te lang afwezig geweest.
Wat leuk om mede-bloggers te ontmoeten.
Al was de latere ontmoeting natuurlijk het neusje van de zalm
Linda, het was een waardevolle ontmoeting en de moeite waard om heen en weer Leiden te gaan. Vol nieuwe en oude herinneringen weer richting huis. Volgende keer ook jij erbij?
Een aangrijpend verhaal, zo mooi geschreven.
Bewonderende groet,
Rob, wat een compliment. Bloos ervan! dankje.